ROODKEELNACHTEGAAL

ROODKEELNACHTEGAAL (Luscinia calliope)
Duits : Rubinkehlchen
Engels : Siberian Rubythroat
Spaans : Ruiseñor calíope
Frans : Calliopse sibérienne
Italiaans : Calliope siberiana
Nederlands : Roodkeelnachtegaal
Russisch : Solovey-krasnosheyka
Zweeds : Rubinnäktergal
********************************************************************
UITERLIJK EN KENMERKEN
Lengte ongeveer 14-15 cm,
Vleugelspanwijdte 23 tot 26 cm.
gewicht 18-22 Gram
Heeft een slank postuur dat wordt gedragen door lange poten.
Markant detail is de opvallend oranjerode keelvlek van deze vogel.
Deze keelvlek is alleen bij het mannetje aanwezig.
Aan de bovenzijde van de keelvlek zien we een duidelijk witte streep,
zo'n zelfde streep zien we boven de ogen.
De lange krachtige snavel is zwart.
Het verenpak is overwegend grijsbruin gekleurd maar op de buikzijde duidelijker lichter,
de borst grijsachtig.
Het vrouwtje mist de rode keelvlek, bij haar is deze lichtrose gekleurd.
Jonge Roodkeelnachtegalen hebben een valere kleur en lijken meer op de Juveniele
Europese nachtegaal of een jonge Roodborst.
********************************************************************
LEEFWIJZE
In de vrije natuur zijn de Roodkeelnachtegalen schuw en houden zich teruggetrokken,
dit in tegenstelling tot mijn gekweekte vogels, deze kunnen zeer aanhankelijk worden.
Ze houden zich het liefst op in laag dicht struikgewas, men krijgt ze zelden te zien.
Buiten het broedseizoen zijn het "einzelgänger", heel soms in kleine groepjes, echter,
als het broedseizoen aanbreekt worden de territoria uitgezet.
Tijdens deze periode zullen de mannetjes strijden voor hun eigen territorium,
dit kan er vaak zeer heftig aan toe gaan.
Een territorium kan wel een grootte van een hectare omvatten.
Zowel overdag als tijdens de schemer zijn ze zeer actief en heel vroeg
in de vroege morgen kun je hun zang al bewonderen, deze bestaat uit afwisselende strofen.
De zang benaderd die van de Europese nachtegaal maar lang niet zo krachtig en uitbundig.
Op de grond verplaatsen ze zich hippend op zoek naar voedsel. 
Roodkeelnachtegalen zijn over een groot gebied van Azië verspreid,
van Westelijk Siberië tot Noordoostelijk Azië.
In de Oeral kan men ze aantreffen op een hoogte van 2000 mtr.,
het zijn trekvogels en ze overwinteren in Zuid Azië, van Indië tot China.
VOEDSEL
Roodkeelnachtegalen zijn bijna uitsluitend insecten-eters,
hun voorkeur gaat uit naar spinnetjes, kevers en waterinsecten en hun larven,
in de herfst nemen ze ook kleine bessen en vruchten tot zich.
VOORTPLANTING
De Roodkeelnachtegaal is op de leeftijd van rond een jaar geslachtrijp,
als ze tijdens het broedseizoen een partner hebben zijn ze monogaam,
het baltsgedrag begint half Mei en de paring en het leggen van eitjes eind Mei begin Juni.
Het voortplantingsgedrag kan wel uitlopen tot in Augustus.
Tijdens deze periode verdedigd het mannetje vol vuur zijn territorium.
Het nest bevind zich meestal in de buurt van water in dicht struikgewas.
Geliefde plekken zijn moerasachtige streken en bosranden.
Het nest bevind zich vlak bij, of op de grond en bestaat uit kleine plantwortels en gedroogd gras,
het vrouwtje legt 5 tot 6 eitjes van een blauwgroene kleur.
Het vrouwtje bebroed de eitjes, na 12 tot 14 dagen komen de jongen uit het ei.
Gevoerd worden de jongen door beide ouders.
Roodkeelnachtegalen kunnen een leeftijd van 6 tot 8 jaren bereiken.
LEEFGEBIED
Taiga Siberië